24 juli: Old and wise!

24 juli 2016 - Húsavík, IJsland

Old and wise?

Zondagmiddag. Een rustig dagje thuis na twee dagen van seks, drugs en rock-'n-roll. Dat is hoe het zou moeten zijn als je nog steeds in de twenties of thirties bent. Voor mij is het al een grote uitdaging om wakker te blijven tot na middernacht. Vooral met een beetje Bier door mijn mooie nek en voorbij mijn geweldige stembanden. Ik ben natuurlijk al een paar dagen ouder. Laten we zeggen 30 met enkele extra jaren van ervaring. Maar, ik was een man, ik was de man en ik hield mij staande dit weekend tussen het geweld van alle jongeren.

Mijn eerste “Mᴂradagur”. Na in februari te zijn aangekomen in IJsland heb ik al veel gezien, meegemaakt en daarnaast ook al weer een heleboel mensen ontmoet. Ongelooflijk leuke mensen. En dan ik spreek niet over de Trollen en Elfen van dit eiland. Nee, ik heb het over de echte mensen. En ik noem ze mijn "lovelings". De vriendelijke mensen van IJsland die ik al “vrienden” noemen mag. Dit is hoe ik ze wel moet noemen omdat hun echte namen meestal onuitsprekelijk voor mij zijn. Probeer het maar eens met "Seigurdeir, Ingmar, Reynir, Rúnar" of "Eydís, Ásta, Bryndís, Lóa of Yrsa". Ik wilde het eigenlijk gewoon houden bij "vriend 1" en "vriend 2", en enzovoort. Maar ja, al mijn vrienden begonnen meteen al klachten in te dienen. En dit was natuurlijk te wijten aan het feit dat iedereen dé nummer 1 wilde zijn! Dit betekende dat ik mijn vrienden zorgvuldiger moest gaan kiezen en dus gewoon op zoek gaan naar de eenvoudige namen als; Christin, Sigrún, Steinunn, Knutúr, Nils en een heleboel Allie’s. Namen die ik me na twee dagen of na een biertje of twee nog kan herinneren. En zeker, één van hen is en blijft natuurlijk mijn favoriete vriend nummer 1.

“Mᴂradagur” betekent voor mij dat ik het weekend weer de stad in moet. Met de start op vrijdagavond waar het feest wordt geopend en waar de verschillende wijken hun kleuren mengen door uit de verschillende wijken (Oranje, Groen en Paars) bijeen te komen in het havengebied(je). En natuurlijk ga ik niet alleen. Christin nodigde me al uit voor het avondeten en een warming-up drankje. Dit omdat de alcohol te duur is in de haven om te kopen dus moeten we alvast een beetje thuis opvullen. Een normaal gebruik hier en natuurlijk pas ik mij graag aan. Daarna worden er verschillende blikjes bier in de handtas gestopt voor de rest van de avond. En nu weet ik dus ook eindelijk waarom vrouwen zulke grote handtassen hebben! Tijdens deze dagen heeft elke buurt zijn eigen kleur en proberen ze dus te concurreren met de andere kleuren. Dit door de buurten kleurig te versieren met de mooiste decoraties aan de huizen, bomen en alles wat je maar kunt versieren. Ja, zelfs de bewoners versieren zichzelf. Ik heb het geluk dat ik in de Oranje buurt woon. Maar helaas snappen ze hier de combinatie van Oranje en Nederland niet echt. Als ik dan stoer roep "Orange is the new Dutchland" (slaat ook werkelijk weer nergens op!) kijken de mensen mij raar aan en denken minimaal; The Ruuf in de rui zeker!

Tijdens “Mᴂradagur”, Candy of snoepjes dagen, gaat alles over de kleuren van de snoepjes en is het vooral een feest voor de families en kinderen in Húsavík. Dat is wat de lokale IJslandse bevolking mij vertelde. En ik heb begrepen dat er een heleboel mensen van buiten Húsavík naar de stad zijn gekomen. Mensen die hier geboren zijn en later zijn verhuisd naar andere plaatsen of jarenlang in deze stad gewoond hebben en weer weg zijn gegaan. Met dit feest komen ze allemaal weer even terug naar “hun” stadje. Het resultaat zien we dus beneden in de haven. Een heleboel mensen die hier bijeen zijn om elkaar weer te ontmoeten en samen een groot feest te vieren. Families, kinderen en daartussen ook nog eens de vele toeristen die hier op vakantie zijn.

Vanavond ben ik dus samen met Christin. Ons feest begint in het havengebied waar we ook Nils ontmoeten. (U begrijpt dat ik alleen valse namen gebruik in dit verhaal om de ware identiteit van alle betrokken "lovelings" te respecteren). Nils (valse naam dus) vertelt ons dat zijn vriendin (ook vals) met het mannenkoor bij het visrestaurant speelt. En natuurlijk gaan we daar dan ook naartoe. Het herenkoor……, dat wil mij niet missen natuurlijk! Dus op naar het visrestaurant. Vandaag dan niet voor de vis of cappuccino en de lekkerste warme chocoladetaart met slagroom, die ik echt wel aanbevelen kan, maar vanavond voor de muziek. Het koor speelt weer de sterren van de hemel als ze mij zien aankomen en dat waardeer ik natuurlijk heel erg. Als ze zijn uitgezongen bedank ik ze dus ook even met een echte Nederlandse wenk met mijn hand. Mijn Oranje hand dan wel te verstaan!

Zoals een echte vrouw die nooit weet wat ze wil kijkt Christin mij strak aan en besluit ze plotseling dat haar schoenen niet geschikt zijn voor de hele avond en dat ze naar huis moet om andere schoenen uit te zoeken. "Tuurlijk, zeg ik. Je hebt volkomen gelijk". Die schoenen zien er niet uit maar dat wist je een half uur geleden ook al truttebol denk ik stiekem erachteraan. Als een echte gentleman loop ik weer met haar mee naar huis. Ze verruild haar schoenen en dan ineens, omdat ze mijn stoere leren jas misschien niet mooi blijkt te vinden, "dwingt" ze me om haar speciale IJslandse wollen trui aan te trekken. Zo zou ik pas echt uitzien als een echte IJslandse man zegt ze. And so be it. Ik kan gewoon niet op tegen die Duitse drammerigheid. Ik trek hem aan en loop heen en weer door de gang mijzelf voelend als een wollige poes op de catwalk. Het resultaat mag er dan ook zijn. Met mijn goddelijk figuur mee lijk ik nu echt op een IJslandse hunk. Als we weer buiten lopen spreekt iedereen mij dan ook meteen in het IJslands aan. “Hi” (IJslands voor “hallo, mooie IJslandse trui heb je aan”, denk ik) en natuurlijk groet ik terug in het IJslands. “Hi, Takk” (Hé bedankt gozer of gozerin). Het voelt meteen goed en zo vertrouwd. In deze trui It feels like Magic! My day can not meer stuk.

Later op de avond, en dan spreek ik over middernacht, begint er nog een feest. Net even buiten de stad. Een “Barn Ball” oftewel een feesie in een schuurtje. Nou ja, schuurtje…….! Er kunnen zo 2000 mensen in. Maar dat halen we niet omdat de helft van de stad al plat ligt van de slaap of van de drank. Hier speelt vanavond Knutúr (Weer een valse naam natuurlijk) met zijn band en ik had hem beloofd om te komen kijken en luisteren. Ik had deze week dus ook al kaartjes gekocht en ook gevraagd of Christin zin had. Om met mij mee gaan natuurlijk! De uitdaging is nu alleen nog om vanuit de stad naar die schuur te komen. Daar hadden wij ons niet op voorbereid omdat ik de auto thuis had gelaten in verband met het drinken van alcohol. Maar, zoals altijd komt de oplossing met de bus die vanuit de stad naar de schuur rijdt en weer terug als je wilt. Nou, weer mee terugrijden heeft geen zin want anders zouden we dat feest ook nog missen en we willen naar die schuur. De muziek is geweldig en ook de hele atmosfeer van de avond. Ik kan met een gerust hart zeggen dat die IJslanders weten hoe ze een feest moeten vieren. Uitbundig zonder ook maar iets van agressiviteit. Gemoedelijk samen en vooral mét elkaar. In mijn echte IJslandse trui dans ik de benen uit mijn lijf (!)en zing ik alle IJslandse liederen mee alsof het de laatste dag van mijn leven is en drink natuurlijk liters IJslands bier (oké, 2 blikjes) met als resultaat dat ik niet meer naar huis kan rijden. Dus gaan we maar lopen. Kilometer na kilometer, zo’n 5 in totaal. En natuurlijk, Ik loop en Christin praat weer. Kilometer na kilometer. Zo’n 5 in totaal! Af en toe knik ik weer eens met mijn hoofd en roep dan maar weer. “Ja, du hast recht. Wie immer”.

Na 5 kilometer lever ik Helga thuis af. (Natuurlijk is het Christin maar hier gebruik ik even een valse naam voordat er geroddel in het dorp komt). En om half 5 in de morgen raak ik dan eindelijk mijn bed aan en kus mijn kussen. Iets wat ik altijd doe als ik thuis kom! Ruuf, écht? Ja echt! Moe van een weer mooie ervaring, die ik weer niet had willen missen, leg ik mijn hoofd in mijn kussen en zak langzaam weg naar dromenland.

De zaterdagavond blijven we, Christen, Steinunn en Nils (allemaal vals) en ik, in de haven waar eerst verschillende muzikanten spelen op een vrachtwagenaanhanger, die ingericht is als podium, en waar later een “bekende” band gaat optreden zoals ze mij vertellen. Een band die bekend is van draagbare radio en de oude 8-track zeker want The Ruuf kent ze dus niet. Het blijken uiteindelijk bekende mensen uit Húsavík te zijn die nu in Reykjavik wonen maar ook speciaal weer bij elkaar gekomen zijn om hier te kunnen spelen. En als ik ze dan hoor moet ik eerlijk toegeven; ze zijn werkelijk goed. Ze zouden eigenlijk verplicht bekend moeten zijn. Het mooiste wat ik deze avond meemaak is het moment dat ze het laatste lied spelen. Alle mensen voor het podium beginnen met het IJslandse voetbal ding dat iedereen heeft kunnen zien. Dat “hakadoeloe” gedoe voordat ze de wedstrijd beginnen. “2x paukeslag, Beng, beng. En dan…….klap,klap”. En dan met wel duizend mensen. En dan wordt het 2e volkslied (“ég er komminn heim”) gespeeld waarbij de hele mensenmassa meezingt. Ongelofelijk! wat een kippenvelmoment. Wat een ervaring om daar tussenin te staan. Dit vergeet ik dus nooit meer.

En alweer, in mijn special IJslandse trui, merk ik dat iedereen mij weer herkent als The Ruuf. Zelfs de politie! Ik zie haar omkijken om daarna met ferme stappen op mij af te lopen. Ik gedachte zie mijzelf al in de handboeien en in een wurggreep op de grond liggen met haar knie in mijn mooie nekje. Gelukkig is het Sigrún (en bij de politie mag je natuurlijk geen valse namen gebruiken!). En in plaats van een wurggreep en handboeien omhelst ze mij en geeft mij een dikke knuffel. En dat is nu wat je terugkrijgt als je hier interesse in de IJslandse mensen hebt. Sigrún is altijd aanwezig namens de politie tijdens mijn vergaderingen met de lokale autoriteiten en we kunnen het samen heel goed vinden. Ze vindt mij gewoon leuk. En tja, gelijk heeft ze. toch? En dat merk je. Sigrún traint Husky’s en ze heeft mij ook al uitgenodigd om deze winter te komen slede rijden in de sneeuw. Vandaar dat ik nu dan ook op de winter moet wachten. Sleeën op het asfalt maakt nogal lawaai, het vonkt als de pest en de honden trekken zich dan helemaal suf natuurlijk.

Deze avond verlaat ik het feest relatief vroeg. Dit omdat een hoofdpijn mij al de hele dag aan het pesten is. Het kan natuurlijk een kater van geluk zijn van gisteren maar, in dit geval moet The Ruuf doen wat The Ruuf gewoon moet doen. Oud en wijs als hij is……. Hhmmmm. Naar huis toe en zijn nest induiken. Of, zoals de IJslanders dat zeggen; “Bles, bles, Hit pokann”!

Zondagmiddag. Een rustig dagje thuis na twee dagen  zonder seks (eigenlijk al veel meer hoor), zonder drugs en geen overdreven rock and roll, maar met enkel een beetje hoofdpijn. Het weekend is voorbij. Slechts een paar uur en dan klopt de maandag weer aan de deur en zal mij dan weer aanroepen. "Ruuf, Ruuf, kom eruit. Doe je cape om en borstel je wenkbrauwen. IJsland wacht weer op jou". Een nieuwe week in het verschiet met weer een heleboel verrassingen voor mij. Denk Ik en hoop ik. Het leven hier is niet saai. Naast het werk is het elke keer weer genieten van alles. De mensen, de natuur, de cultuur en natuurlijk de feesten. Ik ben van deze plek gaan houden, ik hou van IJsland en bovenal; Ik hou van mijn "lovelings".

Takk fyrir að láta mig vera þar.

Foto’s