15 februari 2017: Een gewichtig evenwicht!

15 februari 2017 - Doesburg, Nederland

Een gewichtig evenwicht!

“Je móet nu echt iets aan je conditie doen”, zei Emmy. Ze klonk precies zoals mijn moeder als zij vroeger ooit iets dwingends tegen mij zei: “Als je niet luistert, ja Ruud, als je nú niet luistert, dan moet je het zelf maar weten. Ik zeg het maar één keer, nou goed, nog een keer dan; je móet nu echt iets aan je conditie gaan doen. Anders ga ik van je scheiden hoor.” Dat scheiden valt wel mee hoor. Ik heb haar al eens beloofd dat als zij wil scheiden ik ongelofelijk ga procederen met de advocaat van mijn ex-vrouw. Ik zal vechten als een Amerikaanse marinier om de kinderen. Háár kinderen dan wel te verstaan. Die neem ík dan mee! Dus dat scheiden laat ze wel uit haar hoofd. Vanaf die tijd heeft zij mij eeuwige trouw beloofd. En eeuwig zal het zijn!

Tijdens mijn verblijf in IJsland en zeker ook de tijd daarna (de feestdagen dus) is mijn omvang maar ietsepietsie gegroeid. Zelf heb ik er niet zo’n zicht op en áls ik op de weegschaal sta duw ik mijzelf altijd ietsjes op aan de wastafel. Gebeurd altijd heel onbewust natuurlijk. Meer om mijzelf in evenwicht te houden. Scheelt een paar cijfertjes en komt dan ook altijd precies uit op mijn streefgewicht. Maar haar, haar valt het natuurlijk gelijk weer op. Tja, als ik thuis ben zijn haar ogen constant op mij gericht. Ik ben nu eenmaal oogverblindend aantrekkelijk natuurlijk en……, ze houdt gewoon eeuwig van mij denk ik dan maar!

“Zeg, luister je wel?” En juist op een toon van……..! Ik vrees dat dat vrouwen eigen is. Een aangeboren oer manier van communiceren dat diep vanuit de genen komt. En dan dezelfde strenge boodschap vier, vijf keer melden. Zodat je als man na de vierde of vijfde keer gaat denken; ja hoor, bekijk het maar. Nee. Niet in mijn geval. Ik besloot een keer te luisteren om nu toch echt iets aan mijn conditie te gaan doen. Yep, nú.

En dus liep ik op dinsdagmiddag in korte broek en strak om het lijf zittend T-shirt de plaatselijke sportschool binnen met de gedachte om wel honderd push-ups te gaan doen. Dat leek me heel gezond en natuurlijk stoer, want in films over het Amerikaanse leger doen ze dat ook altijd, die push-ups. En dan zie je altijd van die stoere mannen die er heel opgeblazen uitzien. Net als mij dus eigenlijk. Met dat verschil dat het opgeblazen gedeelte bij mij nog heel ergens anders zit, of eigenlijk…hangt! Oké……., NOG!

De eerste push-up ging buitengewoon goed. Net als de tweede, de derde en zelfs de vierde en de vijfde. Maar na nummer vijf ging het ineens wat minder. Mijn altijd stralende glimlach werd iets minder stralerig en na nummer tien begonnen mijn schouders tegen me te praten: “Hou hier alsjeblieft mee op zeg. Noch jij, noch wij zijn hiervoor gemaakt.” Bij push-up nummer zeventien schreeuwden mijn schouders: “Stop!” Ik stopte en zag toen dat er een heel leuk uitziende vrouw in een strak sportpakje fietsend vanaf een sportschoolfiets naar mij zat te gluren. Vrij schaamteloos eigenlijk. Maar ja, aan de andere kant, het was wel de vrouw van de sportschooleigenaar, die ik met het woord ‘leuk’ echt tekort zou doen. En wat doe je dan als man? Juist, push-up achttien, negentien en twintig. Kapot… Was…. Ik…. Maar nu kon ik natuurlijk niet opgeven. Ik zag haar al tegen een net zo leuke vriendin, die naast haar op een andere sportschoolfiets haar kunsten vertoonde, zeggen; “Zie je die meneer daar, die is toch niet meer zo jong maar echt, die doet push-ups alsof het niks is! Hij lijkt wel zo’n Amerikaanse marinier!”

Achtentwintig. Negenentwintig. Dertig! Ik…. Was…. Nu…. Echt…. Kápót!! Voorzichtig keek ik op naar de fietsen. Hé, waar was ze nou? Hallo, leuk mevrouwtje? Waar ben je nou? Zeker met die leuke vriendin naar de bar gegaan voor een milkshake met heerlijke proteïnen om hun spierballen nog verder te laten ontwikkelen. Meteen stopte ik met mijn push-ups. Mijn schouders hadden echt gelijk. Hier zijn wij niet voor gemaakt! Ik was nu echt overtuigd. Toen ik weer lucht genoeg had om op te staan en mij naar de uitgang van de sportschool begaf stond daar de sportschoolhouder. “Ik sprak net mijn vrouw nog.” Zei hij met een grote glimlach en een knipoog.

 “O”, zei ik, zo ongeïnteresseerd mogelijk.

“Ze had je gezien.”

“O?”

 “Weet je wat ze zei?’ O ja, dacht ik, nu komt het en ik begon al trots te stralen van schouder tot schouder. “Ze zei: ‘Het zag er zó sneu uit, ik ben maar snel verder gefietst.”

Als ik wakker word merk ik dat ik vrij onderuitgezakt op de bank tegen een soort van opgeblazen gevoel zit aan te kijken. Yep, dás mijn buik dus! De tv staat nog steeds aan en mijn glas, half vol of half leeg (ligt eraan vanaf welke kant je tegen het glas aankijkt natuurlijk), staat mij nog geduldig wachtend aan te kijken. Ik merk dat Emmy al naar bed is gegaan. Iets wat ik dus ook maar snel ga doen. Als ik haar zie liggen in ons bed valt mij haar glimlach op die zij op haar slapende gezicht heeft. Ik geloof haast dat zij nu dromend op een sportschoolfiets zit en stiekem zit te gluren. Ik hoop natuurlijk dat ik in haar droom de hoofdrol speel als de Amerikaanse marinier.

Voordat ik uiteindelijk in slaap val neem ik mij serieus voor om vanaf morgen toch maar eens te gaan denken aan mijn conditie. En met die gedachte val ik langzaam in slaap.

97, 98, 99, 100……. Nee, geen push-ups. Schaapjes!

Maak je reisblog advertentievrij
Ontdek de voordelen van Reislogger Plus.
reislogger.nl/upgrade

1 Reactie

  1. Frnk:
    16 februari 2017
    heel hard denken aan sporten schijnt ook te werken ruud. kan gewoon vanaf de bank